“De kinderen noemen mij ‘oom’ of ‘grote broer’”

Martijn Roosen werkt als jeugdbeschermer bij Nidos. Hier begeleidt hij alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s). Hoe ervaart hij zijn baan bij Nidos? En welke momenten maken zijn werk waardevol en bijzonder? Daarover vertelt hij graag meer. Nidos heeft mijn hart veroverd.”

Verschillende werelden verkennen

“Ik ben al bijna 8 jaar betrokken bij Nidos,” vertelt Martijn. “In 2016 begon ik er als onderzoeksstagiair, tijdens mijn opleiding Maatschappelijk Werk (inmiddels Social Work). Daarna ben ik als jeugdbeschermer aan de slag gegaan. Inhoudelijk ziet mijn werk er hetzelfde uit als dat van Talin. Ik heb mijn eigen caseload; op dit moment begeleid ik 25 jongeren.”

“Waarom ik voor deze baan heb gekozen? Vanwege het contact met de kinderen; dat vind ik heel waardevol. Met de meesten ga je voor langere tijd een band aan. Je voert gesprekken met ze over allerlei zaken: ‘Wat vind je nou echt belangrijk? Hoe gaan bepaalde dingen in jouw land?’ Je komt in aanraking met jongeren uit allerlei landen. Hierdoor verken je verschillende werelden, dat vind ik zo mooi. Er doen zich de leukste momenten voor. Als ik met een kind in de auto zit onderweg naar een afspraak, zeg ik: ‘Zet jouw muziek eens op.’ Soms is dat Eritrese popmuziek, of Arabische rap. Daar genieten we dan samen van. Of ik neem het kind mee naar de Arabische bakker in Den Bosch. Dan kletsen we samen over het eten: ‘Herken je dit gebakje?’ ‘Ja, dat vind ik lekker.’ Zo zoek ik op allerlei manieren de verbinding.”

Knopen doorhakken

Daadkracht en verantwoordelijkheidsgevoel zijn belangrijke eigenschappen om dit werk goed te kunnen doen, legt Martijn uit. “Als jeugdbeschermer draag je de verantwoordelijkheid voor het kind en moet je allerlei zaken voor hem of haar regelen. Dat gaat niet altijd even gemakkelijk. Ik begeleidde bijvoorbeeld een meisje van dertien jaar, dat veel buikpijn had. In Amsterdam kon ik geen huisarts voor haar vinden. Ze viel niet in het juiste postcodegebied, de huisarts had een patiëntenstop, noem maar op. Op een gegeven moment was ik het zo zat dat ik besloot haar mee te nemen naar de spoedeisende hulp. De dienstdoende huisarts begreep gelukkig mijn frustratie en zei: ‘Schrijf haar maar in bij mijn praktijk.’ Ook gaf hij me een verwijsbrief naar de kinderarts. Dit vond allemaal plaats buiten werktijd, maar ik wilde toch dat stapje extra zetten om het meisje te helpen. In deze functie heb je die bereidheid wel nodig. Het is belangrijk dat je knopen kunt doorhakken en weet wanneer je dingen moet opschalen.”

“Ook contextuele gespreksvoering is een belangrijke vaardigheid. Als een jongere bijvoorbeeld niet naar school wil, ga ik met hem of haar in gesprek. Dan zeg ik: ‘Wie is de belangrijkste persoon in jouw leven?’ Dan noemt het kind bijvoorbeeld zijn vader of opa. Dan zeg ik: ‘Oké, stel je voor dat hij hier naast ons zit. Wat zou hij tegen je zeggen als hij dit zou horen?’ Zo betrek ik de context van het kind, de familierelaties, bij mijn ondersteuning om die effectiever te maken.”

Ruimte voor echt contact

Niet alleen het werk zelf bevalt hem goed; ook bij Nidos als organisatie voelt Martijn zich meer dan thuis. “Ik moet nog tientallen jaren werken, maar ik kan me niet voorstellen dat ik ergens nóg gelukkiger zal zijn dan hier. Nidos heeft mijn hart veroverd. Hier draait het om écht contact maken met het kind. Dat kan soms wel maanden duren. Soms is een kind heel open en spontaan en voel je direct een klik. Maar in andere gevallen is er meer voor nodig. Bij Nidos krijg je alle ruimte om dit contact te leggen. Anders kun je hem of haar ook niet helpen, is de gedachte, en dat klopt. Ik heb ook in de reguliere jeugdzorg gewerkt. Daar gaat dit vaak anders; er ligt direct veel focus op praktische zaken en rapportages.”

Een grote knuffel

“Een ander belangrijk verschil met de reguliere jeugdzorg is dat kinderen en hun ouders je daar liever zien gaan dan komen. Ze zijn wantrouwend naar jou als jeugdbeschermer. Bij Nidos zijn kinderen en hun ouders je dankbaar. Zo heb ik een tijdje twee jonge kinderen begeleid, een van zeven jaar en de ander van negen à tien jaar. Toen de gezinshereniging geregeld was, ben ik met ze meegegaan naar Schiphol om de ouders samen op te halen. Dat was zo’n emotioneel moment. De kinderen waren zo gespannen, het laatste kwartier wachten was niet meer vol te houden. Toen de ouders aankwamen, kreeg ik van de vader een grote knuffel. Ook word ik door de kinderen vaak ‘oom’ genoemd, of ‘grote broer’. Dat vind ik heel mooi. Ik zet me volledig in om de kinderen te ondersteunen, maar ik krijg er dus ook een heleboel voor terug.”

Gedeelde kracht

Gelukkig sta je er in het bieden van die ondersteuning niet alleen voor, vertelt Martijn. “Als jeugdbeschermer werk je samen met het hele netwerk van het kind, vanuit dezelfde visie: de amv zo goed mogelijk opvangen. Je voelt dat je samen voor hetzelfde doel gaat, en dat voelt als een gedeelde kracht. Uiteindelijk is de begeleiding die je het kind biedt een soort dans: ‘Ik wil alles voor je doen, maar daarvoor verwacht ik van jou dat jij naar school gaat en je best doet. Zo beloon je mij.’ Het vuur dat je ziet bij kinderen wanneer ze dit begrijpen, wanneer het werkt, daar word ik gelukkig van.”

Nieuwsgierig naar werken bij Nidos?

Meer weten over werken bij Nidos? Bekijk hier onze openstaande vacatures. We horen graag van je!